NerdCity.
(p) 2020.
Wanneer blijkt dat je een kamer ‘over’ hebt, en na hard nadenken er geen nuttig doel voor te vinden is – behalve veredelde zolder-ruimte, maar dat kan niet de bedoeling zijn.
Wat kan je dan doen?
Hetzelfde moment laat een goeie vriend z’n zolder zien: Een klassieker: Na het isoleren afgewerkt met OSB-platen.
En als je helemaal boven staat, met mond open, gapend…
Met blik op een set tafels, voorzien van Lego. Een hele stad. Voetbalstadion, wegen, auto’s, ventjes en vrouwtjes (en X? ;-)), een trein, overweg, een windmolen, …
W.
A.
A.
U.
W.
Waauw!
De ‘realistische ik’ denkt al heel snel: Daar kruipt een hoop euro’s in. Dat kan ik niet. Kan ik niet iets ‘low budget’ verzinnen, met een hoge ‘veel zelf doen’-factor? Misschien iets ‘nerdy’?
Er kwam een herinnering boven…
Als kleine jongen, 7 à 8 jaar, speelde ik thuis in “het kot”, een ruimte aangebouwd aan het huis, waar wat spullen waren opgeslagen: Tuingereedschap, een oude kast om er toch iets te kunnen opbergen, met een gladde betonnen vloer. Glad, in de zin van: Effen, vlak, niet de ruwe onregelmatige vorm van stortbeton waarop een vloer gelegd wordt.
Zo vlak en effen dat je er op je blote voeten kunt op lopen.
De vloer was geschikt om op mijn knieën te zitten, spelend en rijdend met ijzeren speelgoedautootjes. Matchbox. Majorette. Corgi.
Er kwamen boompjes, hekkens en bloemetjes bij uit de Lego sets.
Er kwam krijt aan te pas. Wit krijt, om een parking en wegen te tekenen.
Er kwam een tapijtje van 1 bij 1 meter, om niet meer met blote knieën op de koude betonnen vloer te moeten zitten.
Nu, 30 jaar later, heb ik nog enkele van de speelgoedautootjes van vroeger bewaard. De “favorieten”, de leukste.
Leuk, in de zin van: Mooie auto – ook de ‘real one’ is niet lelijk. En een deurtje dat open kan, en goeie vering.
Bijna echt, dacht ik vroeger, ik herinner het me nog goed.
De kamer die ik ‘over’ heb, heeft geen betonnen vloer. Maar ik zou er wel een OSB-plaat kunnen neer leggen, en met zwarte bord-verf kunnen behandelen.
Daarop kan ik dan wel weer krijt-tekenen.
Maar moet ik in mijn frisse dertiger-jaren nog op mijn knieën op de grond zitten? Ik kan beter de plaat “op zithoogte” maken, stoel bij schuiven.
En ga ik lukraak op het zwarte bord wat gaan tekenen, of eerst iets schetsen, kijken wat kan of past, of net niet.
En als ik de plaat niet meer op de grond leg, maar op zithoogte, dan kan ik langs de onderkant van het hout ook wat doen. Een kabel voor elektriciteit. Misschien kan ik er wel iets bij zetten met een LED-lichtje dat aan en uit gaat.
Ik had 2 weken verlof.
Ik had gepland om een stuk van de vrije tijd te besteden aan studie, spelenderwijs lezen en code kloppen en programmeren, voor een paar kleine programma’s voor ‘t werk, om kleine steeds herhalende taken te automatiseren, en daarmee tijd vrijmaken voor andere dingen.
Op ‘t einde van het verlof stelde ik vast:
Ik heb geen letter gestudeerd of geprogrammeerd.
Ik was 3 dagen op stap en weg, de rest van de tijd thuis. Die dagen zijn volledig opgegaan aan schetsen, ideeën, tekenen, bedenken wat ik op de houten plaat met zwarte bordverf en wegenplan kan doen, hoe ‘t er kan of moet uit zien, wat ik wel of niet ga doen. 2 verdiepingen er bij, een lift. Autootje met verfschade herstellen. Een autootje zonder kofferdeksel herstellen, 3D-printen van een koffertje.
Prima plan.
Niet meer dan dat. Het moet niet té groot gaan worden…
Volg de ontwikkelingen mee vanaf deze pagina of op m’n Facebook-pagina!
NerdCity