Verboden vrucht (draft)

Het landschap glijdt langs en gaat heen.
Dichtbij gaat snel voorbij.
Veraf glijdt traag langzaam.
Maar de vergezichten boeien niet. Ik focus op de weg voor me, het stuur in mijn linkerhand. Mijn arm, de elleboog, leunt losjes op de deur van de auto. Het raam staat helemaal open.
Ook rechts, de chauffeurskant, en ook achteraan staan de twee ramen open.
Wind waait door de open ramen.
Nochtans, er is geen wind.
Het is vanwege de beweging van de auto.
Het is een briesje dat niet voelbaar is.
En dat tegelijk de warmte niet doet voelen.
Het is warm.
Het blijft warm.
Te warm.
Al enkele dagen op rij. Het weerbericht spreekt het woord hittegolf niet uit. Maar het voelt wel zo.

We zijn juni, de laatste dagen voor de zomervakantie begint. Het is nog geen vakantie, maar daar trekt de zomer zich niets van aan. De medemens evenmin. Afgelopen weekend waren de klassieke zomer-weekend-files richting kust weer aanwezig, talrijk en ellenlang. Alsof ze nooit weggeweest zijn.

We hadden onze afspraak verzet. Veel te veel verkeer, en met dit weer, iedereen wil naar zee en de straten staan overvol geparkeerd. We konden beter op een weekdag afspreken.

Het is donderdag. Rustige weekdag.
Goed voor een dagje zee. Dagje camping. Dagje tuin, hangen en rondhangen en niets doen.
Ont-drukte-zoeken.

En toch.

Om het verwachte drukke verkeer op de snelweg te vermijden, rij ik langs lokale wegen. Ik ken de weg hier goed, het is de streek waar ik opgroeide, de streek waar ik vaak mee moest fietsen – op zondag, de verplichte sportieve uitstapjes met het gezin.
Ik haatte de fietstochten. Ik vond het nutteloos, rondje rijden zonder doel. Ik wou met de lego’s spelen, knutselen, bouwen, een doel. Iets bereiken, iets maken waar je achteraf trots kon over zijn.
Ik glimlach bij de gedachten aan de vele lego-bouwsels waar ik me uren mee bezig hield.
Het is een fijn gevoel.
Wat wil een mens meer… Bij zonnig windstil weer aan leuke momenten denken…
Wat wil je meer?

Het is rustig op de weg.
De massa kustgangers vind je niet op deze route. Die staan in de rij, file schuiven aan het einde van de snelweg, zicht op zee, vlakbij eindbestemming en toch onbereikbaar.

Wat drijft hen om zichzelf zo te kwellen?

Ik rij.

Zeventig. Lichte langgerekte bochten, het dorp van Bredene voor me. Ik laat het dorp links liggen. Via een smalle kronkelende weg kom ik aan de achterzijde van de kampeerterreinen en de wijk met de witgekalkte woonhuizen.
Vroeger dacht ik dat deze kleine witte huizen de vakantiehuizen waren van rijkelui uit de hoofdstad. Een beetje de “caravans” van de rijke types, als het ware. Er stonden niet zoveel van die huizen, er waren veel meer kampeerplekken voor tenten of mobilhomes of caravans. Deze huizen zijn niet groot, het zijn eerder bungalows dan huizen. Dus het is ook niet om er altijd te wonen. Enkel in de zomer, enkel in de vakantie.

Voor wie een caravan of mobilhome niet goed genoeg vond.

Ja, dat dacht ik. Een veronderstelling uit mijn jeugdtijd, geen idee hoe ik er op kwam.
Het klonk logisch.
En ik nam het aan voor waarheid.

Sinds ik John ken, weet ik beter. De wite huizen op de domeinen zijn woningen destijds gebouwd door een tijdelijke vereniging van grote bouwbedrijven. Afgebakende terreinen, de latere domeinen en woonwijken.
Massabouw. Prefab en bandwerk. Honderd-en-één dezelfde huizen.
Vakantiehuizen.
Voor sommigen hun woning, voor sommigen het huis waar ze willen wonen ‘op hun oude dag’. Enkele verhuren het in de zomer aan veeleisende vakantiegangers, het type dat een caravan te min vindt en de neus optrekt voor een krappe hotelkamer.
Er zijn er die niet verhuren. Ze komen een week met Pasen, en ze komen een week of twee in de zomer. Verder staat het leeg. Meer dan 10 maanden leeg.
Leegstand.
“Investering op lange termijn” zou een verdwaalde makelaar zeggen.

Misschien was mijn veronderstelling, toen ik klein was, nog niet zo fout.

Voor John is het zijn droom, zijn thuis, hij woont er permanent. Aan het eind van de tweede straat. Het is een rustig deel van de wijk, een doodlopend stuk weg. Er zijn weinig vaste bewoners en er zijn er al even weinig die lang op vakantie komen.
Zoals John z’n buren, aan beide kanten. Meer dan 10 maanden geen buren.

Hoe voelt dat?

Ik nader de bestemming. De straten zijn leeg, op een enkele op straat geparkeerde auto.
Vast de bewoner van het huis waar de auto voor staat.
De drukte van anders is weg.
De anders overvolle straten rond het domein, onrustig ronkende motoren van heen en weer slenterende wagens op zoek naar een parkeerplek, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de zee, noodgedwongen een halve kilometer verderop zoekend, geen ruimte gunnend om te kruisen en kriskras parkeren en alle verkeersregels negerend… ze zijn vandaag afwezig.
De straten zijn leeg.
Parking in overvloed.

Ik doe de wagen het terrein op draaien. Er is een bezoekersparking voor… bezoekers. Gereserveerd zonder te moeten reserveren. De bezoekersparking is leeg. Kleine glimlach. De gok op een rustige donderdag is geslaagd.
Ik parkeer de wagen, druk op de knoppen van de ramen zodat ze dicht gaan, en ik draai de contactsleutel naar de uit-stand.
Ik stap uit en laat de deur van de wagen nog even open. Benen strekken.

Ik werp kort een blik op de lange rechte statige laan, ontoegankelijk vanwege de rood-witte slagboom.
Lege laan.
Geen wandelaars.
Geen fietsers.
In de verte wemelt de warme lucht boven het asfalt.
De warmte drukt. Het daglicht is fel. Het briesje van onderweg is weg. Mijn rug voelt zweterig plakkerig aan. Ik trek meteen mijn shirt uit. Gelukkig heb ik een korte short aangetrokken, en luchtig losse sneakers met korte sokjes.

Wat zou John aan hebben?

Ik mik mijn shirt door de openstaande deur, met een welgemikte beweging duw ik de deur toe.
Ik neem mijn sporttas uit de koffer. Ik kijk er naar.
Waarom zou ik die al meezeulen. Ik kan beter eerst dag zeggen, en samen met John losjes traag slenteren en de tas komen halen.
John loopt graag in een kort shortje rond. Hij daagde me de vorige keer uit: Gaan we eens in een jockstrap de lange laan uit wandelen, tot aan de bezoekersparking, en terug. Enkel een jockstrap en sneakers. Hij lachte, mijn petje tegen de te felle zon in mijn nek mocht ik ook aanhouden.
Ik durfde niet. Wat als we betrapt worden? Je kan toch niet op straat lopen, met enkel een jockstrap en sneakers aan? Ook al is het terrein voorbij de slagboom privéterrein. Het is toch nog openbaar?

John had gezien dat ik nadacht, en hij had ook gezien dat mijn lul keihard was.
Hij had gelachen, in mijn plaatst ontkend dat ik het niet durfde. “Je lul toont anders wel dat je er zin in hebt”, hij had hem vast, we kusten lang en diep.
We hebben het die keer dan toch niet gewaagd.

Ik kijk opnieuw over de rood-wit gestreepte slagboom. Nog steeds niets en niemand te zien.
Misschien is het nu wel het moment om onze jockstrap-fantasie te doen. Maar dan laat ik de tas wel in de wagen. Dan heb ik nog een reden om naar de bezoekersparking te komen. Anders zo zonder doel halfbloot wandelen, wat verzin je dan als uitleg, als je zou gesnapt worden?

Ik zet de tas terug, gooi de koffer dicht en druk op de knop op de sleutel. Geluid van de sloten die zichzelf sluiten, knipperlichten gaan één keer aan en weer uit.
Ik blijf nog even kijken naar de wagen. Waarom sluit ik af. Straks is de auto een bakoven, en we moeten nog boodschappen doen, spullen voor de barbecue vanavond.

Ik kijk om me heen.

Het is rustig.
Het lijkt welk te rustig.
Onverwacht.
Omdat ik het me niet kon voorstellen.

Onwennig.

Stilte en rust in overvloed.
Ook spelende kinderen zijn niet te horen.
Hun gejoel blijft weg. Zelfs voor hen is het te warm. Alleen de zee is hoorbaar, in de verte. En meeuwen. Overal. Hun gejank klinkt stil en ver weg, verdwijnend in de hoge lucht. Alsof de zon hen doet krimpen en hun klank is gesmolten nog voor hun geluid het land bereikt.
Dichtbij hoor ik het zinderen van sprinkhanen. Opvallend hoorbaar en duidelijk aanwezig. Verscholen in het fijne lange taaie duingras aan de rand van de statige laan, pronkend tussen het rood van de klaprozen en het geel van paardebloemen.

Ik wandel de laan door, en sla af. Ik wandel John zijn straat in, in de verte zie ik hem staan. Ik zwaai, hij zwaait met zijn twee armen hoog in de lucht terug. Mmmm. Even vrolijk en uitbundig als anders. Glimlach.
Maar Ik versnel niet, het is te warm.
John heeft het ook warm, zie ik. Hoewel. Zijn blote bovenlijf betekent op zich niets. Hij loopt wel vaker rond in bloot bovenlijf. In huis loopt hij liefst van al in short, hoe korter hoe liever. Van die losse shortjes, in lichte en soms glanzende sportstof. Vandaag niets kort. Het is een wijde, één tot aan de knieën, een witte.
Het lijkt wel fel-wit.
Ik glunder.
Met dit weer zal hij er wel niets onder hebben, en John weet dat ik dat lekker vind. Hij weet ook dat ik niet de enige ben die daar op kick.
Wat jammer dat de zon nu net zo hoog zit. Zo’n witte short, lekker wijd, bij een lage zon, dat zou wel eens doorkijk of schaduw kunnen geven, de contouren van de inhoud van de short benadrukkend…
Dat het maar snel avond is, bedenk ik me.

Onbewust versnellen mijn voetstappen zich.

Omhelzing. Knuffel. Lijf tegen lijf, armen om mekaar heen. Zijn lijf voelt verrassend koel.
Zijn short camoufleert niets. Ik voel zijn goesting, zijn stijve mannelijkheid.
Mijn short camoufleert net zo min. Hij moet mijn goesting voelen. Lijf tegen lijf. Lul tegen lul.
Geen hinder, geen ondergoed, geen binnenbroekjes. Pure goesting.
En toch niet gewoon simpel platvloers bloot.
Ik sluit mijn ogen, en geniet van zijn koelte, van het staan, van het moment stilstaan, van zijn duwende lul en mijn lul die teruggeduwd wordt.

Een sound klinkt ver. Niet zo heel ver.
Een tune klinkt bekend.
Een soort synthesizer, een digitale piano of elektrische gitaar, of iets in het midden tussen die twee. Een tune, herkenbaar, als één uit de duizend.
Het ritme van het getokkel trekt de aandacht en leidt af.
De beat voert het ritme.
De melodie doet zweven. Terug naar vroeger, naar een donkere vrijdagavond, een discotheek met live dansers.

Een groot ronddraaiend rad met wieken draait rond
Het rad is hoog, hoger dan de dansers
Het heeft vier schoepen. Afgerond.
Het is donker gekleurd, net zoals de rest van de muren en decor-stukken
En toch valt het op, is het goed zichtbaar
Spots verlichten het rad
Het rad draait
Spotlicht snijdend, ritmisch op het ritme van de beat

Als in een discotheek

Ronddraaiend rad
Draaiend
Waaiend
Wind

Geen wind. Zomerse middag. Schroeiend heet.

We laten de omhelzing los. Een kus op de wang.
“Dag John, blij je te zien”.
“Dag Dennis. Welkom”, en een knipoog. We gaan binnen. John fluistert nog wat. Zijn boodschap ontsnapt me. De roes van de verkoeling van het ronddraaiende rad houdt de gedachten afwezig.

Een por in mijn zij.
“Hé, dromertje, waar ben je?”
John tikt met een vuist tegen mijn zij, laag op mijn zij, bijna op mijn heup. Hij vouwt zijn hand open en legt de hand waar het net met de vuist tikte. Warme handpalm. Warm gevoel. Ik neem zijn pols vast en schuif de hand wat lager, tot tegen de bovenrand van m’n short.

Blik in zijn ogen. Zonder knipperen kijkt hij terug. Zijn andere hand raakt mijn andere zij aan, op net dezelfde plek en ook tot tegen de bovenrand van m’n short. Ogen dicht, een kus, een tongkus, een knijp in mijn kont, een knijp in John zijn kont. Een duim haakt onder de rand van de short.
Bij John.
Bij mij.
Owh ja, schuif de short maar een beetje omlaag, laat ongepast al de bovenkant van je kontspleet bloot en laat de voorkant van de short rusten op de bovenkant van je lul. Nog net niet ongepast bloot zichtbaar. En toch niets anders dan pure goesting.

Een stevige greep op mijn pols, een stap achteruit.
“Even wachten, even nog niet geil doen, Dennis. Ik moet je wat vertellen, het is belangrijk.”
Hij voelt of z’n short nog goed zit en knoopt het stukje touw vooraan opnieuw en zichtbaar strak genoeg.
Ik blijf staan.
Ik kijk niet-begrijpend.

John schuift het lichte gordijn bij het grote schuifraam weg, ik hoor hem spreken, maar zijn stem is weggedraaid, en te stil om te begrijpen wat hij zegt.
Beweging. Daar is nog iemand. Een kerel steekt zijn hoofd binnen. Een gezicht dat op John lijkt, maar dan wat jonger. Wie is dit?

John stelt Rico voor. Z’n jongere broer, halfbroer.
Rico staat in één tel binnen.
Hij komt naar me toe, we schudden een hand. “Aangenaam” fluister ik.

John vertelt.
Rico was gistermiddag toegekomen, een kleine rugzak, een leeg plastic flesje van water. Zwetend. Van al lang onderweg te zijn. Hij was te voet uit Middelkerke gekomen. Thuis buiten gegooid, wist niet waarheen, hij blijft enkele dagen logeren.

Wat kan zo fout gaan dat je wordt buiten gegooid? Dat je 2 of 3 dorpen ver te voet moet?

Ik kijk naar Rico.
Rico is jonger. Jong. Net 20, gok ik. Maar verder… Net zo slank als John, zelfde haarkleur, zelfde trekken in het gezicht, dezelfde hoge jukbeenderen. Rico staat inmiddels weer bij het gordijn aan het raam naar het terras. Met z’n rug naar binnen gedraaid. Ik laat mijn ogen zijn rug bekijken. De ruggegraat. De schouders en hoekige schouderbladen. De huid. Bruin. Gebruind. Net zo’n zonneklopper als z’n broer. Waar hij nu staat, is de kleur goed te zien. Het buitenlicht maakt een lichte matte schijn op z’n huid, een gezonde schijn. Vanop de rug gezien, lijkt hij erg sterk op John. Ik zei het al, eh. Nu nog eens. Je moet al moeite doen om niet aan John te denken. Wat lijken die goed op mekaar. Familie, ja, dat is zeker.

Rico draagt een lange wijde sportshort. Bovenaan wit, met op de benen een patroon. Willekeurige vierkantjes, wisselend in grootte, wanordelijk door en naast en op en langs elkaar, wisselend in kleur tussen geel, oranje en rood.
Opvallende kleuren, fel afstekend op het wit.
Een vrijetijds-patroon.
Sommigen zouden het schreeuwlelijk vinden.
Of proberen toch netjes omschrijven, als “de smaak van de smakeloze toerist”.

John heeft ook zo’n short, bedenk ik me.

John gaat verder.
“Rico eet straks mee, maar voor de rest hebben we niet echt last van hem. Hij zont graag, hij leest wat, je kent het wel, tenslotte zijn we broers voor iets”.
John glimlacht.
Mijn blik bleef bij de vorige zin hangen. Bij het woord ‘last’ deed hij met zijn handen het teken van de aanhalingstekens.

Rico is inmiddels terug naar buiten gestapt, en zit op de lange lage zetel, zo’n ijzeren frame, met verstelbare leuning, eerst volledig plat duwen, hopen dat het voeteneind niet ongecontroleerd omhoog knalt en je de ligzetel opnieuw moet open puzzelen, een model laag bij de grond, harde stof, zonnen maar.
Ik sta bij het raam en kijk naar buiten. Naar Rico.

Hij zit in het midden van de ligzetel, haaks gedraaid. Geen intentie om te gaan liggen.
Hij zit recht, leunt wat achterover. Zijn handen steunen op het ijzeren frame achter hem. Zijn benen licht op getrokken. De stof van de short hangt losjes op zijn benen. De short is te wijd, veel te wijd.
Mijn blik blijft op de onderrand van de short hangen.
Zou hij net zoals John ook niets onder de short dragen?
De benen van de short zijn wijd genoeg om er met één hand in te gaan. De stof nog wat doen opschuiven, zijn benen nog meer laten zien, en dan is de te overbruggen afstand om te gluren, niet zo groot meer.

Ik voel een tik tegen mijn elleboog.

Rico zijn blote voeten rusten op de cementen tegels.

Branden de tegels niet in zijn voetzolen?

John is naast me komen staan. We kijken samen buiten.
Ik voel een hand op mijn rug. Op mijn ruggegraat. Laag op mijn ruggegraat. Onbeweeglijk.
Ik voel dat mijn goesting er niet rustiger op wordt.
Waarom draag ik een short zonder binnenbroekje of zonder iets eronder.
Net nu er bezoek is.

We kijken door het raam, door het gordijn. Blik op Rico.
“Knap ventje”, zeg ik, niet te luid.
“Ja eh, vind ik ook. Jammer dat hij mijn broer is, anders zou ik het wel weten.”
“Ach, schei uit” grinnik ik. “Hoe oud is Rico, jaar of 22, 23? Jij bent 35. Wat zou een 22-jarige beginnen met een dertiger?”
“Ja Dennis, ik weet het, jij ook, met die drie vooraan zijn we te oud voor het milieu. Hij is trouwens net 20 geworden, twee weken geleden”.
“Ach zo” prevel ik.

“Ik moet nog even mijn tas in de auto halen. Wandel je mee?”
Ik draai me om en grijp de autosleutel van de tafel.
Ik kijk achterom, John staat al bij me.

“Moet je Rico niet zeggen dat je even weg bent?”
“Nee, we hebben afgesproken: We doen en laten en gaan en staan waar we willen, geen verantwoording. Slechts twee verplichtingen: Samen koken en afwassen, en ‘s nachts geen lawaai”.
“Dat zijn er drie” lach ik. “Maar duidelijk, prima zo”.

John laat de voordeur op een kier. We staan nog in de schaduw van het huis. Het beetje schaduw was me nog niet opgevallen. We kijken naar de roodwitte slagboom in de verte, boven het gewemel van het dampende smeltende asfalt.

“Wat vertelde je over mij, weet hij wie of wat ik ben of kom doen?”
“Ja, je bent een goeie vriend, en we zijn toevallig allebei homo en toevallig vinden we het leuk om weiniggekleed in huis of in de tuin rond te lopen. Rico is wel wat gewoon, hoor, geen zorgen. En hij komt ons heus niet storen.”

Ik vraag me af waarom John zo zeker is.

“Goed dat we mekaar hebben”. Om mijn woorden te bevestigen, leg ik mijn arm op John z’n rug. Laag op zijn rug. Zoals hij daarnet deed bij mij.
Automatisch duim hakend achter de bovenkant van zijn short. Ik voel de warmte van zijn lijf stralen. Langzaam beweeg ik mijn hand naar beneden en trek ik zijn short mee omlaag.
Traag.
Amper bewegend.
Ik voel de bovenkant van zijn bilnaad en ik schuif mijn duim tussen zijn twee konthelften. Ik stop zodra één vingerkootje van mijn duim tussen zijn kontje spant. Hij kreunt zacht. Hij heeft z’n ogen dicht, zie ik. Eén hand houdt hij voor zijn kruis. Alsof hij zijn groeiende stijf wordende pik wil verborgen houden. De short schuift langzaam naar beneden. De stijve pik verhindert dat de short vanzelf naar beneden kan vallen. Ik voel een hand op mijn been, schuivend, zoekend, tastend. De hand neemt de stof van mijn short vast, en mijn stijve paal eronder.

Met een zware stem vraagt John fluisterend: “Ging je niet je spullen in de wagen halen?” Ik fatsoeneer zijn short en duw een kus op zijn lippen. “Geile bok” fluistert hij glimlachend.

“Wat heb je allemaal bij?”
Ik zet mijn rugzak terug in de koffer en rits ze open. Een short, wit, Adidas, en een korte runner short, wat weinigverhullend ondergoed. Een jockstrap of twee. En een zwemstring: Een string in zwembroek-stof, oranje met rood, vooraan dubbel gevoerd, en een zwart touwtje rondom rond.

John legt de oranjerode string naast de tas en ritst de tas half dicht. “Durf je?” glundert hij.
“Wat? Nu? Hier? Meen je dat?”
“Ja, waarom niet. Er is nu toch niemand. En we gingen dat eens doen, maar het is er nog niet van gekomen. Dus. Kom, hup, short uit en die string aan, en wandel zo terug naar huis”.
John straalt terwijl hij het zegt.
Ik weet het niet.

Ik kijk nog eens naar de oranjerode stof. En naar mijn sporttas.
“Gingen we dat niet eens met een jockstrap doen”, probeer ik nog.
“Ja, dat kan ook. Hoeveel heb je er bij?”
John duwt tegen mijn borstkas, ik zet een stap achteruit. Hij gaat tegen de auto staan, schuift zijn short tot onder zijn kont en bukt voorover. Hij duwt z’n blote kont achteruit, en kijkt over zijn schouder om te zien naar waar ik kijk.
Ik hoor een rits. “Hier, vier jockstraps, nee, vijf? Zeg, ga je een feestje doen misschien?”
Hij gaat recht staan en draait zich om.
Met zijn twee handen geeft hij een korte ruk aan zijn short, het valt op een hoopje stof rond zijn enkels. Zijn lul wijst hard en fier vooruit.
Hij stapt uit de short, met zijn tweede voet geeft hij de stof een schop en werpt hij het omhoog.
Hij mikt zijn short in de koffer, achter zich, zonder om te kijken.
John heeft nog enkel zijn sneakers aan.

“Ehm. Zou je niet wat aan doen” fluister ik.
Hij neemt de blauw-witte jockstrap en doet die aan. Eén voet, tweede voet. De stof omhoog schuiven. De stof onder zijn ballen klemmen, de band achteraan over zijn kontje schuiven, en daarna het stukje stof vooraan naar voor trekken, om zijn ballen en lul er in te steken.
Hij houdt zijn lul vast, omhoog gericht. De bovenrand van de jockstrap is te laag, de top van zijn lul steekt nog uit.

John gaat met zijn armen gekruist staan, zijn voeten wat uit mekaar.
“Zo, ik ben klaar, nu jij”.

Ik blijf staan.
Ik twijfel.
Durf ik.
Hij is hier thuis, ik niet.
Thuis doe je meer dan elders.

Ik kan hier toch niet in m’n blote kont lopen?

John doet een stap vooruit, hij grijpt naar mijn kruis en houdt het vast.
Dicht bij mijn oor fluistert hij: “Als je in die oranjerode string naar huis loopt, mag je me straks neuken”.
John is top. Top only. Een “top” laat zich niet neuken.
Het is te warm om te neuken, het is te warm om zwaar en lang en veel en uitputtend sex te doen.

John duwt een hand tussen onze lijven. Hij schuift de stof van de jockstrap weg, klemt het terug onder zijn ballen. Hij duwt zijn buik tegen mijn buik. Zijn keikharde lul tussen ons in geklemd.

“Kom, haast je, voor mijn goesting over is”. Ik voel zijn handen op mijn zij, op de rand van mijn short. Ik voel de buitenlucht over mijn kont voor ik het goed en wel door heb. Mijn short ligt op een hoopje aan mijn enkels.

Ik stap uit mijn short, John grijpt er naar en mikt die in de koffer. Breed grijnzend geeft hij de oranje-rode stof aan.
“Mag ik het touwtje knopen” vraagt hij deugenietachtig.

“Nee”, zeg ik kort.

“Dan kan ik er mijn lul niet uit halen”.

John staat opnieuw voor me, dicht tegen me, met de string in één hand, mijn lul in zijn andere hand.
“Oja, dat kan wel, langs de zijkant eh”.

In de verte hoor ik een auto. Het geluid zwelt aan.
Ik grijp naar de string en ga naast mijn auto staan, zodat passanten op straat niet kunnen kijken en me niet kunnen zien.
John lacht.
En blijft staan.
Met zijn rug, en blote kont, naar de straatkant gericht.

Een auto snelt voorbij. Het geluid sterft weg.

Ik doe de string aan. Fatsoeneer mijn intussen gekalmeerde lul in de weinig stof.

Het voelt vreemd, in buitenlucht zo weinig aan hebben.
Het voelt vertrouwd, één van de favoriete kledingsstukken aan hebben, bij iemand die het net zo lekker, geil, relaxt, spannend vindt.
Ik voel mijn hartslag in mijn lul pompen.

John staat met z’n handen op z’n rug. Hij kijkt. Hij knikt. “Zo te zien vind je het wel eh… lekker eh”.
Ik voel aan mijn kruis. Maar eigenlijk moet ik er niet aan voelen.
Hard.
Kei. Hard.

“Ging je dat touwtje niet dicht doen” vraag ik.

We gaan bij elkaar staan. Terwijl John de twee zwarte uiteinden vast neemt, wrijf ik met één vinger over de glanzende top van zijn lul, die nog steeds boven de rand van de jockstrap uit steekt.

“Zo te zien zit het wel al goed strak bij jou, ik geloof dat ik de twee touwtjes niet ga knopen en ze gewoon los laat”. Hij legt de stukjes touw en de twee uiteinden samen en duwt ze achter de kleine gapende opening, naast mijn lul. Nog net verstopt achter de stof.

We glimlachen.

Ik kijk in zijn ogen.
Zijn ogen kijken in de mijne.

We zien het, en we proesten het uit.

“Kom, we zijn naar binnen”.
John grijpt mijn tas en gooit de koffer dicht.
Ik duw op de sluit-knop op de sleutel. De auto sluit zich en knippert één keer.

Als een subtiele knipoog.

We bukken ons om onder de rood-witte slagboom te kruipen. Eens er voorbij, kijk ik nog eens om.
Niemand te zien. Niets te zien.

De warmte is er nog steeds.
Het gebrek aan wind is er nog steeds.
Het gesnerp van sprinkhanen is te horen.
Gillende meeuwen zijn er ook, maar hoog, en ver.
Joelende kinderen zijn niet te horen.

“En, hoe voelt het nu, zo met je kontje bloot lopen?” vraagt John.
Hij stopt met wandelen, ik zet nog twee stappen voor ik door heb dat hij is gestopt. Ik draai me om, hij staat met één voet voor de ander, zijn armen gekruist, de sporttas op de grond. Eén van de riemen valt nog net naar beneden. John staat goedkeurend knikkend te kijken. Met één hand doet hij een draai-beweging en wijst is voor zich uit, hij lacht. “Allez, hup, vooruit, wandelen, naar huis, rechtdoor, kontje naar achter gericht zodat ik kan kijken en keuren”.
Ik doe wat hij zegt.
Glimlachend.
Traag.
Kleine stap. Kleine beweging.

We slenteren schouder tegen schouder verder. We kijken voor ons uit.
“Hoe ehm, hoe valt dat mee, zo enkele dagen een logerend iemand? Is hij wat aan het kalmeren?” Ik probeer me in te beelden hoe het gaat, enkele dagen iemand in huis. Tussen je eigen routine en gewoontes door.
John blijft stil.
Ik kijk hem aan. “Ça va, maat?”

Hij slaat zijn vrije arm rond mijn middel. Hij legt zijn hoofd tegen mijn oor.
“Och jong, lastig. Hij doet niets in huis, ligt gewoon wat te hangen en te nixen. Als hij thuis ook zo was, versta ik wel dat z’n vriendin hem buiten zwierde”.

Nu blijf ik stil.
Is dat niet een beetje een erg snelle conclusie, vraag ik me af.

“Wat doen we straks”, probeer ik het gesprek te redden.

John laat me los en snelt 3 passen vooruit. Hij blijft staan en beweegt zijn heupen heen en weer.
“Dit, my friend, is all your’s” grijnst hij.

“Jamaar John, dat gaat toch niet? We kunnen toch niet” – ik kijk ineens rond en bedenk: OK, we lopen dan wel met onze kont bloot, niemand ziet ons, maar achter al die tuinafsluitingen en hagen, wie luistert er allemaal mee?
Het is maar een paar lengtes meer tot we aan de voordeur zijn. John snelt naar binnen, en draait zich om. Van in het deurgat haalt hij zijn lul tevoorschijn, hij zwaait er eens mee en laat hem dan hangen.
Hij roept naar me: “Kom, steek het speelgoed maar weg en dan kunnen we aan tafel”.

We gieren het uit. Ik duw John voor me uit, verder naar binnen.

“Zo, hoe voelde dat, met je blote kont in mijn straat?”

Ik kijk achter me. Ja, de voordeur is dicht.

“Goed, denk ik”. Terwijl ik antwoord, kijk ik rond, mijn blik stopt bij het open living-raam. Rico steekt al weer z’n hoofd binnen. John staat met zijn rug naar het raam en ziet het eerst niet.
Rico fluit tussen zijn tanden. “Zie eens, wa een schoon kontje zeg!”
John kijkt verschrikt om. “Allez, weer naar buiten gij” en wijst met gestrekte arm naar buiten.

Rico zit buiten. Hij ligt languit op de ligzetel.
Ik sta bij het raam. Nog steeds met de oranjerode string en m’n sneakers aan, omdat John het zo wil. Omdat het lekker zit.
John heeft nog steeds mijn jockstrap aan, die ene die hij uit mijn tas koos en lachend aangetrokken heeft.
Ik kijk naar John, druk in de weer aan het aanrecht, met zijn rug naar mij. Het staat hem eigenlijk wel goed, zo’n ding. Bij z’n slanke lijf, z’n strakke kont, de twee konthelften met hun kuiltje.
Mmmm.
Mooi beeld.

John draait zich om, ik zie dat het speelgoed nog niet weggestopt is. John komt bij me staan en geeft me een glas aan. “Wat is dit” vraag ik.
“Zeg, ben je dement aan het worden? Dat, beste Dennis, is een glas. Dat is om iets uit te drinken”.
“Nee, ik ben niet dement, wie zegt het. Jij staat nog met je lul open en bloot, je vergat hem weg te steken, en zo’n mooie jockstrap, zonde om dan bloot te lopen”.
John trekt zijn armen terug. “Wel, ik heb mijn handen niet vrij, wil jij het een beetje fatsoeneren?”
De paar seconden dat ik luisterde en niet keek, was genoeg om de losjes hangende lul te doen veranderen in een erectie.
Ik grijp naar de stof naast zijn ballen, schuif met mijn twee wijsvingers er onder, om achter de stof te haken en dat naar beneden en naar voor te trekken. Met één hand hou ik de stof vast, met mijn vrije hand neem ik zijn harde lul, ik hou hem omhoog, en laat de elastiek van de jockstrap zachtjes op zijn harde lul rusten. Ik hou zijn lul express vertikaal omhoog, en de jockstrap express niet te hoog opgetrokken. De helft van zijn lul blijft bloot.

“Ja goeiendag, wat is dat” hoor ik achter me.
Het is de stem van Rico.
Ik kijk achterom, John kijkt naast me langs.
Rico staat binnen.
Ik zet een stap opzij en draai half om.
Rico gaapt, met open mond, en blijft kijken.
Ik kijk naar John, John naar mij. Nog een fractie van een seconde houden we ons in, en dan proesten we het uit.
John zet de glazen weg en haalt wat uit de koelkast.

Ik stap naar Rico toe, en ik leg een hand op zijn schouder. Ik probeer hem te doen draaien, naar buiten kijkend, om dan terug naar buiten naar zijn ligzetel te dirigeren.
Wanneer hij buiten stapt, kijkt hij om. “Ga je mij een mep op mijn kont geven omdat ik zomaar kwam kijken” vraagt Rico.
Ik kijk hem aan. “Eh nee, don’t worry, je moet geen schrik hebben, hoor”.
Hij kijkt nog steeds om. “Zeker?” vraagt hij. Hij schuift zijn short naar beneden, hij toont zijn kont, snel, flash, en short weer aan.
Hij heeft al vaak buiten gezeten, liggend, zonnend, bruinend. Maar de kont die hij net liet zien, heeft nog geen zon gezien.

Rico ligt al weer op zijn ligzetel als John achter me staat en een koud lang glas heel even tegen mijn ruggegraat tikt.
Ik schreeuw het uit. Waaaah, fuck zeg, wat koud!

John lacht. Rico kijkt omhoog en weer weg.

Ik neem het glas aan, en bedank John met een kus.

We toosten, op de zonnige middag, op het mooie weer, op onze wandeling-in-blote-kont.
We nippen van het glas. We staren terug naar buiten. Rico leest een boek, een dun iets.
“Zo, wat doen we straks” vraag ik langs mijn neus weg.
John noemt de barbecue. Er moeten nog boodschappen gedaan worden, vers vlees. Wat lust ik, wat gaan we bakken.
“Wie gaat het vlees halen, wat spreken we af? Want ik wil niet dat de één op de ander zijn kosten gaat eten. En doet Rico mee?”

John wrijft over mijn rug, over de strakke zwembroek-stof op mijn onderrug.
“Maak je geen zorgen, Dennis. Als we Rico sturen, kun je me sebiet geven wat je nu verdiende”.
Hij houdt even stilte. En gaat verder:
“En anders haal ik wel wat, maar dan moet je babysit spelen”.
Hij trekt aan de zwembroekstof en laat het op mijn huid ketsen.

“Nou, oew, thx, maar het ziet er naar uit dat ik sowieso hier blijf? Ja, goed, vecht het dan maar onder mekaar uit, ofzo? Haha” probeer ik grappig te doen.

“Nee, ik ga Rico er niet mee belasten. Hij doet nu toch al niets, ik haal zelf wel wat. Neem jij nog maar een aperitief, en geef Rico ook iets”.

“Hé, John, trek je wel iets anders aan om te winkelen? Je kan dan wel thuis zijn en thuis lopen, maar je kan echt niet met enkel sneakers en jockstrap naar de Colruyt!”

Hij lacht en snelt gespeeld gehaast naar de slaapkamer.

De deur is in het slot gevallen. Het is ineens stil geworden.
Rico ligt nog steeds in zijn ligzetel. Hij draait een blad om. Ik stap buiten, met een glas cava in één hand. “Hey Rico, zin in iets? Ik heb…”
“Ow ja ze, en gij?”
“Eh, hier, een glaasje cava. John en ik doen doen dat wel vaker eens, neem gerust ook een glas”.
Hij gaat rechtop zitten, neemt het glas aan. Ik buk noodgedwongen lichtjes om het glas te kunnen aangeven.
De short is weer te zien. De wijde gapende opening rond zijn benen. De benen die licht geplooid zijn, omdat zijn voeten op de grond staan. De wijde gapende opening waarvan ik me af vroeg of ze inkijk zouden geven.
Ik kijk.

“Waar kijk je naar? Je hebt iets speciaals aan, is dat een string?”

Ik knipper mijn ogen.
“Ehm, ja, ow ja, ik heb dat nog aan, wacht, je zult dat wellicht niet zo gepast vinden, ik doe snel wat anders aan”.
Ik kijk rond om mijn glas neer te zetten, en snel naar binnen te kunnen gaan om iets gepasters aan te trekken.
“Nee!” roept Rico.
“Wat, wat nee” vraag ik.
“Nee, je doet wat anders aan, da’s goed, maar je moet dat eerst uit doen.”
“Eh ja, da’s toch normaal?” Ik wil me omdraaien.
“Nee, je doet dat eerst uit. Hier. Nu. Voor dat je naar binnen gaat”.

Ik kijk Rico aan.
Hij glimlacht.
Hij trekt één wenkbrauw op.

“Kom, doe maar uit”.
Hij zit op de ligzetel, achteruit leunend op zijn ellebogen. Zijn short is helemaal naar omhoog geschoven, of naar beneden, hoe je ‘t bekijkt. Zijn benen zijn nog steeds lichtjes geplooid, maar nu wijd uit mekaar.
Zijn ondergoedloze lul ligt langs zijn rechterbeen, en de top komt nog net niet van onder de stof.

“Allez” maant hij aan.

Ik steek mijn duimen achter de zwemstring, ik schuif hem naar beneden. Eén voet en de andere voet.
Met de string nog in één hand blijf ik staan. Rico kijkt.
Wat gaat er nu door hem heen, vraag ik me af. Hetero-kerel, met voor zich een homo, het sex-vriendje van zijn broer, die net op zijn commando de string uit deed en met een stijve harde erectie staat.

Hij vraagt wat ik denk.
Ik zeg nog even niets. “Wat denk jij” vraag ik.

Rico staat recht, fatsoeneert zijn short. Hij komt bij me staan, met zijn gezicht recht voor het mijne: “dat je een fucking heet geval zijt. Moet je mijn broer niet neuken, of doen jullie dat niet. Zonde, zo de ganse tijd met een stijve lopen en er niets mee doen”.

Hij stapt van me weg, gaat aan de andere kant van de ligzetel staan. Met zijn zij naar mij. Ik kijk naar hem, “en profil”. Rechte rug. Rechte buik. Welving op z’n short. Achteraan, zijn kont. Vooraan. Zijn lul. Zou hij een stijve hebben… Een half-stijve… Of gewoon “goed voorzien”.

“Als je die string graag aan hebt, doe hem maar weer aan, hoor. Dat John straks niet raar kijkt omdat je niets aan hebt, of dat je ineens wat anders aan hebt. Hij moet niet gaan denken dat je achter zijn rug…”

Hij maakt zijn zin niet af.

Ik doe de string weer aan, ik stop de twee stukjes koord weer naast mijn lul.

Rico kijkt terwijl ik de string aan trek en de koordjes opzij steek.

Hij steekt een sigaret aan.

“Waarom stak je die stukjes touw er weer in, en doe je die knoop niet dicht?”
“John vond dat het al strak genoeg zit, en vanzelf blijft zitten. Het zal niet ineens afzakken, ofzo”.
Rico glimlacht. Hij kijkt opzichtig naar mijn kruis. “Nee, met zo’n bult en zo’n harde lul gaat dat niet vanzelf afzakken, nee, sjans dat je zo goed voorzien zijt, dat je ondergoed vanzelf blijft zitten”.

Hij trekt aan zijn sigaret en blaast de rook uit.
Ik nip aan mijn glas.

“Je mag mijn glas ook nemen, hoor, ik ben niet zo zot op cava en die homo-drankjes, doe mij maar een pintje ofzo”.

Ik zwijg en zet de 2 glazen bij mekaar.

De warmte is nog steeds warm.
De stilte boven het domein is nog steeds stil.

“Ik ga even binnen, wat koelte opzoeken” deel ik mee.
Ik neem de 2 glazen en ga binnen. Ik installeer me op de sofa. Languit, onderuit gezakt. Rare kerel, die Rico, denk ik bij mezelf.
Wat gaan we straks doen, is wat ik John vroeg. Eten. Barbecue.
Hij daagde me uit met de jockstrap en de string. Ik heb gewonnen. We moeten “dat” ook nog doen. Dat kan toch niet, met Rico in de buurt?

Omdat ik languit lig, en gewoon lig, denk ik aan niets. Niets hoeft, niets moet.
Ik strek mijn armen, en plooi ze boven me. Ik leg mijn handen onder mijn hoofd.
Ik sluit mijn ogen.
Kort.
Ik hoor wat maar luister niet.

“Hey” hoor ik iemand fluisteren.

Ik kijk op. Rico staat recht voor me, leunend tegen de kast tegen de muur. Het is een lage kast. Rico staat er tegen. Met één hand leunt hij op de kast, zijn andere hand op zijn short, op zijn zij. De duim zie ik niet, die zal achter de bovenrand van de short zitten. Hij leunt wat schuin, en toch ziet de short er horizontaal recht uit. Ik knijp mijn ogen lichtjes toe. Ja, die ene hand duwt de short al wat naar beneden.
Zou hij het door hebben?

Hij beweegt de arm die op de kast steunde. Hij staat nu recht, los van de kast. Zijn twee handen houden nu zijn short vast, de 2 duimen achter de elastiek hakend.
“Wat vind je geil aan een man?” vraagt hij.
Hij schuift de short naar beneden. Traag. Zijn weinige korte lichtbruine schaamhaar is te zien. De bovenrand van de short verbergt nog zijn lul, maar de stof houdt de erectie niet tegen.
Als hij nog wat verder beweegt, gaat hij zijn lul tonen, bedenk ik me.
Ik richt me op, en steun op mijn ellebogen, nog steeds liggend.
Een snelle blik op mijn oranjerode stukje stof leert dat mijn erectie nog lang niet opgegeven heeft.
Rico ziet het en kijkt ook.
“Zo. Wat vind je geil, vraag ik, en je kijkt naar je stijve lul”.
Hij duwt zijn short wat naar beneden. Hij laat de bovenkant van zijn lul zien. De schacht, de eerste paar centimeter. Hij houdt de short strak vast. De penis wordt gedwongen recht omlaag gehouden.
De short op zijn kont schuift in één keer over zijn kont.
Hij staat nu met zijn kont bloot, en zijn lul 2 centimeter zichtbaar.
Hij laat de short los en kruist zijn armen.

“Zo. Wat vind je geil aan een man.”
Hij vraagt het niet meer.
Het is een mededeling.

Wat vind ik geil aan een man, terwijl die man voor me staat, zijn erectie half zichtbaar, onder een zomerse lichte short die sowieso weinig verhult, en verder alleen nog sneakers aan.
Met mijn linkerhand wrijf ik over mijn keiharde vooruitduwende lul in de strakke zwembroekstof.

Rico gaat verder.
“Je hebt nog niet gezegd waarom je dat koordje niet dicht knoopte maar de 2 uiteinden wegstopte”.
“Kom, zal ik het voor je dicht knopen?”

Hij wacht het antwoord niet af. Hij laat zijn gekruiste armen los, beweegt en wil een stap vooruit zetten.
“Oei, mijn short is ineens af gevallen”.

Ja. Dat klopt. Ik zag het net. Zijn keiharde lul floepte vooruit en veert nog na.
Damn.

Hij komt bij me staan, zijn knie schuurt tegen mijn knie. Hij kijkt in mijn ogen, en gaat tastend op zoek. Ik voel zijn vingertoppen op mijn lul, er recht boven op. Ze duwen, strelen, wrijven, zoeken, lijken niet te bewegen of op te schuiven maar wel te voelen en te willen detecteren wat ze voelen. Eén hand vind de touwtjes, hij knoopt het niet al te strak dicht.
Zijn eigen lul wijst vooruit. Recht vooruit. Ik wil hem vastgrijpen, maar mag dag. Hij is hetero. Je grijpt niet naar een hetero z’n lul.
Zodra het knoopje klaar is, gaat Rico weer recht staan.
“Wel. Wil je mijn lul niet eens vast pakken?”
“Ehm. Mag dat? Je ehm. Je bent hetero?” stamel ik.
Hij bukt, grijpt mijn pols, trekt mijn vingers open en duwt mijn handpalm tegen zijn lul. Hij plooit mijn vingers rond zijn lul. “Kom, grijp maar eens goed, toon dat je macht en kracht hebt”.
Ik grijp mijn vingers dicht, en klem zo hard als ik kan.
Ik zie dat hij z’n armen weer heeft gekruist. Z’n gezicht rechtop. Ogen toe. Mond toe. Tong langs zijn lippen. Zijn harde erectie in mijn hand, onbeweeglijk.

Hij staat een tijdje zo.
Ik lig een tijdje zo.

Ik laat hem los en krabbel recht.
Rico kijkt me vragend aan. Hij legt één hand op mijn schouder en houdt me tegen.
“Wat ga je doen?”
“Eh, mja, niets eigenlijk.”
“Prima, blijf dan maar liggen. Pak mijn lul nog eens vast. Je mag er wat mee spelen, ze”
“Hoezo, maar Rico, dat kan ik toch niet doen?”
Rico kijkt me zwijgend aan. Hij bukt voorover en trekt de stof van mijn zwemstring naar beneden, hij haalt mijn lul en ballen er uit en klemt de stof onder mijn balzak. Hij gaat weer recht staan.
Hij kijkt me nog aan. “Komop, ge zit te kwijlen en te geilen op mij, ik moet hier dagen lang met die oversexte hitsige homo doorbrengen en mag dan niet eens een beetje goesting hebben? Kom, trek mij af. Ik zie da ge ook goesting hebt, en zeg niet dat ge nu een stijven hebt omdat ik er just ben aan geweest, ge loopt al heel de tijd zo geil of iet. Just eh.”
Ik probeer me nog te redden. “Maar met je broer doe ik niets anders dan met zo weinig kleren aan rondlopen. Wij sexen helemaal niet, hoogstens eens onszelf aftrekken”.
“Maakt niet uit, ge geilt op mij. Ge hebt een stijve. Ik laat mijn lul zien en ge zijt direct pokkegeil. Kom, nu ge kunt en moogt, ruk maar. Jouw lul en mijn lul tegelijk. Omtereerst klaarkomen.”

Rico kent me niet.
Zo snel mogelijk, wedstrijdje, rukken, spuiten, dat werkt niet bij mij.

Ik knijp masserend in zijn lul. Ik leg mijn andere hand weer onder mijn hoofd.
Ja, het is fucking geil om zo’n lekkere vent spontaan te zien zijn lul en lijf aanbieden. En ja, ik sta – lig – pokkegeil.
Maar ik was hier voor John. Niet voor een 20-er die net bij z’n vriendin is buiten gesmeten.

Mijn GSM maakt geluid.
“Hé, John hier. Ik sta bij de vis-afdeling, kun jij iets maken met zo een zilverpapiertje met vis er in, wat heb je dan allemaal nodig?”
Ik noem de zalm, ui, prei. Ik trek een kastje boven het fornuis open en gok dat er wel wat kruiden zal staan om het op smaak te brengen.
John vraagt nog of verder alles goed is, of de “kleinen” het de babysit niet te lastig maakt. Hij lacht, hij vindt het een grappige opmerking.
Ik lach mee, en dat ik zometeen toch iets anders aantrek, het voelt een beetje bloot zo.
“Neenee, hou dat stringske maar aan, je moet ehm… ja, ik kan het niet luidop zeggen want er staat volk rond, maar van daarnet je stringske te showen, je hebt nog een activiteit te goed, eh, daar gaan we straks werk van maken. Maak je maar klaar, ik kom”.
En hij haakt in.

“Hoe moet ik dat aan doen” hoor ik achter me.
Rico.
Hij houdt in zijn twee handen, voor zich, de jockstrap die John daarstraks nog aan had voor de wandeling van bij de auto tot thuis.
Ik kijk naar Rico. Recht in het aangezicht. “Man, stop er eens mee, dat hoor je niet te doen”.
Hij beweegt zich, bukt voor over en trekt de jockstrap aan, als een volleerde sporter die nooit wat anders draagt. Zijn vooruitwijzende lul probeert hij binnenin het stukje stof weg te steken. Hij haalt hem er weer uit en herpakt de stof en probeert opnieuw. Hij haalt hem er weer uit en laat de elastiek tegen zijn lul kletsen. Zijn lul zit nu omhoog, deels uitstekend vanachter de elastiek.
Glimmende top.

“Zeg, hoe werkt dat, ik krijg hem er niet goed. Kom eens helpen.”

Zou hij het daarna stoppen? Eens zijn lul opgeborgen zit? Dan moet ik hem in elk geval niet meer klaarrukken.
Ik ga bij hem staan. Ik neem de stof vast, en zijn lul. Ik duw de stof wat verder naar beneden, en schuur daarbij onbedoeld langs zijn ballen.
“Zo, ge neemt het er wel van, eh, nog eens aan mijn ballen zitten ook.”
Hij beweegt zijn hoofd naar mijn schouder.
“Fuck lekker, trek mij toch af, vent, doe me klaarkomen, ik wil het” stamelt hij zwaar.
We staan recht. Ik heb zijn erectie vast. Zijn ballen. Bijna bloot. Ik knijp mijn hand hard dicht, op het voorste deel van zijn lul. Ik beweeg mijn hand, eerst twee keer traag, en dan ineens sneller. Ruksnelheid. Kort snel vlug. Hard knijpend. Ik voel zijn lijf mee doen. Zijn been tegen me, zijn heupen vooruit en achteruit mee op het korte snelle vlugge ritme. Hij legt zijn twee armen op mijn schouders en houdt ze gestrekt voor zich uit. Hij kan me niet meer tegen houden. Hij kan me niet meer doen stoppen. Hij zal me ook niet laten gaan, mijn hoofd zit tussen zijn armen geklemd, zijn sterke opgespannen armspieren.
De kracht waarmee ik zijn lul vast heb en klaar ruk, is de kracht waarmee zijn armen opspant.
Ik voel een schok vanuit zijn heupen, en daarna nog 2, 3, 4 snel na mekaar.
Damn, zijn zaad recht vooruit, twee krachtige stralen en nog een vele kleine nadruppelende stoten.
Met zijn armen nog strak gespannen rond mijn nek beweegt hij zijn hoofd. Hij doet zijn ogen open, glimlacht zachtjes. Hij duwt een tongkus tussen mijn lippen.
Hij trekt terug, en fluistert “lekkere kerel, waarom zijt gij geen vrouw”.

Rico laat zijn armen los en grijpt een rol keukenpapier.
Hij gaat op zijn knieën zitten om zijn spul op de vloer op te vegen.
Damn. Gaat hij nu nog op de grond zitten. En ik moet kijken.
Hij kijkt om terwijl hij wat opveegt.
“Ga je je klaarrukken terwijl ik hier weerloos op mijn knieën op de grond zit, mijn kontje open en bloot in de lucht voor je?”
Hij glimlacht.
Ow God.
Moet dit echt?

Hij grinnikt en staat recht. Hij mikt drie propjes keukenrolpapier in de vuilbak.

“Ik ga nog wat lezen, tot straks”. Rico neemt een plastic fles water, hij doet z’n short weer aan en stapt naar buiten. Hij zet een zonnebril op en installeert zich op de ligzetel.

Ik lig op de zetel, languit. Ogen dicht. String gefatsoeneerd. Touwtje er in.
John doet druk met de barbecue, houtskool, aanmaakblokjes.
Rico ging wandelen, een plek in het bos zoeken, tussen duingras, oude lage bomen en zand. Hij heeft de fles water en het boek mee.

John heeft z’n short uit getrokken nadat hij de boodschappentas had neer gezet. Hij heeft niets anders gezocht. Hij loopt nu rond zoals hij het liefst rond loopt. Naakt. Alleen nog z’n sneakers aan.

Bij het wegtrekken van de zon ruimen we op. De TV gaat aan, we flaneren ons op de zetel. John ligt op zijn zij, languit, tegen de rugleuning. Ik lig voor hem. Zijn arm over me. Zijn hand zit met 3 vingers achter de strakke stof van de oranjerode zwemstring. De TV boeit me niet. Mijn ogen vallen dicht. Ik doe nog twee keer moeite om ze open te houden, de derde keer ben ik al vergeten wat ik probeerde te doen en de hoeveelste keer het was.

Ik hoor een vaag bekende stem in de verte.
“Zie hem eens liggen, vredig slapen, bijna niets aan. Hij voelt zich op zijn gemak, zeker. Moet het hier goed zijn.”
Iemand doet “sssjt”.

Ik doe mijn ogen open. Ik probeer te kijken, waar ben ik.
Het is donker. Geen bed. Ha, een zetel.
Iemand zit bij mijn voeten. Rechtop. In kleermakerszit, kan ik nog ontwaren in het duister.
Hij legt zijn hand op één van mijn voeten. De hand schuift langzaam op, over mijn been, mijn knie, mijn bovenbeen. Het lichaam verlaat de kleermakerszit en volgt de schuivende hand.
Zijn lippen duwen tegen mijn lippen. Zijn loshangende lul wrijft over mijn lul. Mijn lul wordt wakker.
Een hand voelt. De lippen laten los. “Zo, één keer aanraken en ge zijt weer geil. Lekkere kerel. Waarom zijt ge geen vrouw.”