We leven in een woonwijk
Rustige buurt
Zij aan zij met buren die we amper kennen
Weggestopt tussen hoge dichtgegroeide hagen
Huizen en villa’s statig in een foutloze rij
Keurige gazonnetjes vooraan
Buxus perfect gekapt en duur vormgegeven
Sierboompjes zachtjes en sierlijk wiegend
Strookje gras tussen het trottoir en de rijweg
Met nog meer boompjes, schaduw voor voetgangers
Elk huis een oprit
Elke bewoner een auto
Het gras tussen het trottoir en de rijweg
Is opnieuw gezaaid, netjes geharkt
IJzeren stokken met linten rood-wit strak gespannen
Het pas opnieuw gezaaide stuk afschermend
Alle stokken staan rechtop, fier wakend
Trots hun stukje gras beschermend
Rood-witte linten
Netjes en keurig in lijn
Gemaakte perfectie
Onzichtbare grens
Eén stok ligt platgereden
Het lint losgerukt
Luidruchtig en wild slaand
Luid vechtend in de wind
De stok half begraven
Overreden door zo’n keurige auto
Het rood-wit lint kapot getrokken
Het rood vuil en geschonden
Het rood is donkerrood
Als het bloed spijpelend uit een wonde
Ik heb de staaf één keer rechtgezet
Het lint wapperde vrolijk dankjewel
De staaf ligt begraven
Opnieuw overreden
Dubbel spoor
Dubbel kapot
Het gras dood voor het kon groeien
Leven kapot voor het kon ontwaken
Liefde
In de kiem vermoord