De middagzon straalt krachtig en hard
Bomen wiegen verward
Zopas was het nog windstil
Nu verdreven in kwaadwil
Donkere wolken rollen
Grote duistere dikke grillige bollen
Wind waait en zwaait en danst moedig
Bomen kraken hun klaaglied weemoedig
Wolken bollen op, donkergrijze vlekken
witte schuimkoppen, krampachtig stuiptrekken
Regen nadert hoorbaar snel
Geroffel, getrom, gebrom, hard en fel
Krijsend en huilend, de regen en wind
Vechtend. Strijdend. Bloedend. Verblind.
De zon versmoord.
De dag vermoord.