Inleiding

De stationsroman.

Wat is een stationsroman?
Dat is een boek. Zo een dik boek, waar je automatisch door bladert, waar het verhaal vanzelf gaat en zichzelf leest.
Dikke turf.
Waar je door glijdt.
Vanzelf.
Na wel honderden pagina’s van de lichte betekenisloze inhoudloze lectuur kom je nog niet eens op de gedachte: Wat ben je aan ‘t lezen?

Wat als we het nu eens omdraaien?
Niets licht. Niets van honderden pagina’s, geen inhoudloos iets, …
Geen boek.

Gewoon verhalen.

Life. Met een f.
Live. Met een v.

Ik zie je denken: Waar kun je verhalen sprokkelen?

Ik neem je mee naar het station. We kiezen een stoel in de grote hal, waar je gezellig kunt zitten, terwijl je wacht. Op iemand die kan aankomen. Op iemand om mee samen te vertrekken. Wachten omdat je te vroeg bent voor de – ongetwijfeld late – trein.
Of gewoon zitten.
Rondkijken.
Naar de mensen die gaan en komen.

Wat is hun verhaal?

Intro

Afspraak met mezelf

Kringende kwebbels

Het loket

Wat wil zij vertellen?

Het plushe konijn

Twee jongens en een perron (‘kerstdag’)

Het groene mannetje

Deze reeks bracht ik voor publiek, bij “Poëziene”, een evenement georganiseerd door Symbolik, Brugge. 3 april 2015.

terug naar de aankondiging -|- verder naar ‘Intro’